Kleinwildjacht

Als men spreekt over de jacht op kleinwild dan bedoeld men de jacht op konijnen, hazen, fazanten, duiven, eenden en ganzen.

Er zijn verschillende vormen om deze wildsoorten te kunnen bejagen.

Drijfjacht
Met een drijfjacht bedoeld men dat er een aantal helpers, drijvers genoemd, door een stuk bos of veld lopen met als doel het wild, in dit geval meestal konijnen, hazen en fazanten, “op te stoten”. De mensen met de geweren, kortweg “de geweren” genoemd, zitten verdekt opgesteld langs de randen van het perceel in de hoop dat het opgestoten stuk wild in hun buurt komt om geschoten te kunnen worden. Overigens wordt je niet zomaar “een geweer”. Hieraan gaat een gedegen opleiding vooraf en dan nog heb je “in het veld” te maken met gedragsregels waar iedereen zich aan moet houden. Het zomaar afschieten van wild is er niet bij. Daar gaat een hele studie, praktijkkennis en kundigheid aan vooraf.

Kleinwildjacht
Een andere vorm van een kleinwildjacht is de jacht “op post”. Bij deze jachtvorm zit de schutter verdekt opgesteld in bijvoorbeeld een pluk riet of maïs maar het kan ook een zelf gemaakte schuilplaats zijn ook wel “een hutje” genoemd. De schutter wacht in dit geval tot het gewenste stuk wild binnen schootsafstand komt en doet dan een poging. Hierbij gaat het vooral om de jacht op, met name schadelijk wild (wild dat schade veroorzaakt aan gewassen), zoals duiven, eenden en ganzen.

De taak van onze Flatcoats is om het geschoten wild binnen te brengen, ofwel het wild naar de schutter te brengen. Dit kan natuurlijk een eenvoudig apport (terugbrengen) zijn maar ook een moeilijk stuk uit of over een water. En juist onze Flatcoats zijn echte waterratten.

Het is een genot om samen met je hond het resultaat zo goed mogelijk te laten zijn. Dat is in ieder geval ons uitgangspunt.